Letale longembolie HR 12-09-1978, NJ 1979/60

LETALE LONGEMBOLIE, HR 12-09-1978  NJ 1979/60 In dit arrest wordt de leer van de ‘redelijke toerekening’ voor het eerst gehanteerd. De leer van de voorzienbare toerekening (Spoorwegovergang arrest) wordt verlaten. Casus: Het slachtoffer van een aanrijding wordt ernstig gewond in het ziekenhuis opgenomen waarna zij na 12 dagen uiteindelijk overlijdt aan een longembolie, die als

Letale longembolie HR 12-09-1978, NJ 1979/60 Meer lezen »

Salabiaku 07-10-1988, NJ 1991, 351

SALABIAKU                                                                        6 EVRM Casus: Salabiaku (reiziger) is zijn koffer kwijt en neemt een andere mee waar hasjiesj in blijkt te zitten. De Franse rechter is van mening dat het niet uitmaakt of hij wist wat er in de koffer zat. In de delictsomschrijving stond enkel “bezit” van drugs (geen opzet of schuld) en de man

Salabiaku 07-10-1988, NJ 1991, 351 Meer lezen »

Krakersarrest – HR 02-02-1971, NJ 1971, 385

KRAKERSARREST                                                                       art. 138 Sr. De HR: in art. 138 SR wordt met bescherming van de huisvrede bedoelt  de vrede van de bewoner. Bij een leegstaand huis is er dus geen sprake van dit misdrijf aange­zien de eigenaar van de woning niet door artikel 138 SR wordt beschermd.

Krakersarrest – HR 02-02-1971, NJ 1971, 385 Meer lezen »

Elektriciteitsarrest – HR 23-05-1921 – NJ1921, 564

ELECTRICITEITSARREST                                                                      310 WvSr Casus: Een tandarts tapt meer elektriciteit af dan waarvoor hij betaalt. Hij wordt beschuldigd van diefstal, artikel 310, Rechtsvraag: a) Is elektrische energie een goed, kan het worden weggenomen? Is het zichtbaar / tastbaar? Hoe abstracter de delictsomschrijving, hoe meer eronder kan vallen. In dit geval werd uiteindelijk beslist dat elektriciteit

Elektriciteitsarrest – HR 23-05-1921 – NJ1921, 564 Meer lezen »

Poging tot gasmoord – hamer-arrest HR 29-05-1951 – NJ 1951, 480

HOGE RAAD 29-05-1951  POGING TOT GASMOORD / HAMER-ARREST          45 Sr Casus: In dit arrest is de dader niet toegekomen aan de handeling die de dood van het slachtoffer te weeg had moeten brengen. Namelijk het in de gasoven leggen van het slachtoffer. Na de klap met de hamer valt de echtge­noot de ingebroken minnaar van

Poging tot gasmoord – hamer-arrest HR 29-05-1951 – NJ 1951, 480 Meer lezen »

Eindhovense brandstichting – HR 19-03-1934 – NJ 1934/450

EINDHOVENSE BRANDSTICHTING HR 19-03-1934 CASUS: Het huis is al brandklaar gemaakt. Er hoeft alleen nog maar aan het touwtje getrokken te worden, maar verdachte doet dit niet omdat er inmiddels veel mensen op straat staan. Hier wordt de causale pogingsleer gehanteerd: het causale verband tussen gedraging en strafbaar gevolg is bepalend voor het begin van

Eindhovense brandstichting – HR 19-03-1934 – NJ 1934/450 Meer lezen »

Scroll naar boven